top of page
Reflexintegratie

Reflexintegratie

 

 

 

Bijna iedereen kent kinderen uit zijn omgeving die de diagnose dyslexie, ADHD, ADD, overgevoeligheid en zelfs Autisme hebben gekregen. 

Ondanks veel aandacht, geduld en hulp van de ouders, van de leerkrachten op school en soms zelfs door een therapeut, blijven de problemen bestaan. Bijles en gedragstrainingen lijken ook weinig resultaat te geven.
 

Gedrags-, ontwikkeling- en leerproblemen kunnen veroorzaakt zijn door niet goed geïntegreerde reflexen.

Door de primaire reflexen te gaan behandelen worden de dieperliggende hersengebieden bereikt.

Het schoolse leren, Remedial Teaching, gedragstraining, Sociaal- emotionele vaardigheidstraining en ook opvoeding, hebben invloed op de hogere hersengebieden. 
Wil men echter de problemen in de kern aanpakken, dan dienen eerst de dieperliggende hersengebieden getraind te worden. Daarna is het pas echt mogelijk om de verbindingen naar de hogere hersengebieden optimaal te stimuleren en te ontwikkelen.
Deze dieperliggende hersengebieden kunnen gestimuleerd en ontwikkeld worden door de primaire reflexen te gaan behandelen.

Primaire reflexen zijn bewegingen die, vanuit de hersenstam, automatisch volgen op een prikkel van buitenaf.
Ieder mens wordt geboren met bepaalde automatische reflexmatige bewegingen, zoals bijvoorbeeld zuigen, grijpen en schrikreactie. Deze bewegingen vormen het fundament voor de ontwikkeling van onze hersenen. Na een tijdje horen deze reflexen niet meer actief te zijn.

Soms gebeurt het, dat de paden die de prikkels moeten volgen om bij de hersenstam te komen, verstoord worden.

Er wordt geen nieuwe vaardigheid aangeleerd, er wordt niets nieuws aan het lichaam geleerd oftoegevoegd. 

Door de MNRI® methode te gebruiken, worden de paden hersteld!

 

De reflexen staan aan de basis van de motorische ontwikkeling. In het begin van ons leven dienen deze reflexen, die nog onbewuste bewegingen zijn, ter bescherming en overleven. In het eerste levensjaar ontwikkelen deze primaire reflexen zich meer naar doelgerichte bewegingen.
Wanneer er problemen zijn tijdens de zwangerschap, geboorte en/of na de geboorte (een trauma b.v.), kunnen reflexen zich niet goed ontwikkelen of niet goed tot rijping komen. Er ontstaan hiaten. Een kind ontwikkelt hierdoor inefficiënte compensaties. Hij/zij kan gevangen zitten in prikkels, sterk reageren of juist helemaal niet reageren, of ongecontroleerd reageren op zintuiglijke informatie.

 

Door het testen van de reflexen en de MNRI® methode toe te passen, help men de primaire reflexen te ontwikkelen en te integreren, zodat er een stevig fundament gebouwd wordt voor de ontwikkeling van de hogere hersendelen in ons brein.
Dit leidt tot meer gelukkige, rustige kinderen, met minder stress, met een betere emotionele ontwikkeling, een beter functioneren en een beter leervermogen. 

 

MNRI® is net zo effectief bij kinderen als bij volwassenen. 

Bron: Dr. Leah Light, Svetlana Masgutova Educational Institute®

 

Herkent u uw kind hierin?
-    Hyperactief of oververmoeid gedrag
-    Kan niet stil zitten
-    Is gauw afgeleid
-    Ongecoördineerde bewegingen
-    Bruuske houterige motoriek
-    Verkrampte fijne motoriek,

-    Heeft een slechte pengreep, een slecht leesbaar handschrift, het hoofd ligt bijna op tafel tijdens het schrijven
-    Loopt op zijn tenen
-    Kan niet of moeilijk fietsen, zwemmen,  huppelen, ballen vangen of evenwichtspelletjes doen
-    De benen haakt hij/zij achter de stoelpoot tijdens het schrijven of lezen
-    Het lezen gaat erg langzaam
-    De automatiseringsprocessen verlopen moeizaam of blijven achterwege
-    Een zwak ontwikkeld ruimtelijk inzicht

 

 

Als u uw kind hier in herkent dan is er grote kans dat er een aantal primaire reflexen nog actief zijn

Vanaf mei 2015 ben ik behandelaar MNRI Dynamic & Postural Reflex Pattern Integration.

Wilt u nog meer informatie over de methode, klik dan hier.

 

Hier onder een tweetal reflexen nader uitgelegd en op welke gebieden die actieve reflexen belemmerend kunnen zijn.

ATNR
STNR

De â€˜Asymmetrical Tonic Neck Reflex’, de ATNR, bevordert de ontwikkeling van de oog-handcoördinatie.

 

Als het hoofdje van een baby naar één kant draait, strekken de arm en het been zich aan die kant, terwijl de arm en het been aan de andere kant gebogen blijven. Als het hoofdje in de andere richting draait, bewegen de armen en benen mee.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze reflex blijft normaal gesproken aanwezig tot de leeftijd van zes maanden.

 

Gaat het kind naar school en is de reflex nog actief, dan kan het moeilijk stil blijven zitten. Als het hoofd naar een kant beweegt bewegen de armen en benen mee.

Tijdens het schrijven wil de arm zich strekken als het kind naar een kant kijkt. Met veel inspanning lukt het wel om zijn arm onder controle te houden maar dit gaat ten koste van de concentratie en het handschrijft.

Fietsen en autorijden met een actief ATNR is ook een uitdaging.

Je kan je voorstellen dat het lastig is om naar rechts te kijken zonder dat de arm zich ook die kant uitstrekt; met alle gevolgen van dien als je deel neemt aan het verkeer.

 

Het continu onder controle willen houden van het reflex kan onder andere leiden tot stress, hoofdpijn en concentratie- en aandachtsproblemen.

 

 

De ‘Symmetrical Tonic Neck Reflex’, de STNR.

Bij de STNR is de hoofdbeweging gekoppeld aan de arm- en beenbewegingen.

Wanneer het hoofd naar achteren buigt strekken de armen zich en gaan de benen buigen. Buigt het hoofd naar voren dan krijg je het omgekeerde.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze reflex is belangrijk omdat het de de voorbereiding tot het kruipen is.

Kruipen speelt dan weer een grote rol bij de ontwikkeling van zien, horen en het ruimtelijk inzicht. De 'wereld' om het kind heen wordt in deze positie groter. Het leert van veraf naar dichtbij te kijken/focussen en omgekeerd.

 

Kinderen met een niet geïntegreerde STNR kruipen nauwelijks of slaan die hele fase helemaal over.

Eenmaal in groep 3 ondervinden zij moeite bij het overschrijven vanaf het bord. Zij kunnen niet soepel schakelen tussen veraf (het bord) en dichtbij (het schrift).

 

Schoolgaande kinderen met een actieve STNR, zijn te herkennen omdat ze op hun benen zitten of om benen om de stoelpoten klemmen. Dit doen ze om tegelijkertijd hun benen en hun armen gebogen te houden tijdens het werken. Of zitten juist onderuit gezakt met gestrekte benen zodat ze de armen kunnen buigen.

Is de reflex niet op het juiste moment geïntegreerd dan kunnen problemen en beperkingen ontstaan in de coördinatie van bewegingen van de hoge rugspieren, van de nek, de handen en de armen. Het zijn de onhandinge kinderen die over 'niets' vallen of van alles omstoten.

 

Het onderdrukken van deze reflex vergt veel inspanning en gaat ten koste van het gehele welzijn, van de concetratie en het schoolwerk. 

Kinderen die de diagnose AD(H)D, dyslexie en dyscalculie krijgen, hebben vaak een nog actieve STNR.

bottom of page